Mapicoontjes

In de bestandsbeheerder worden mappen – aka ‘directories’ of ‘folders’ – voorzien van een pictogram – aka ‘icon’. Standaard is dat eenzelfde mini-afbeelding, afhankelijk van het gekozen pictogramthema. Maar soms is het handig, of gewoon leuk, om per map een ander pictogram te kiezen. Hoe doe je dat?

Het makkelijkst gaat het via de bestandsbeheerder zelf.

  • Rechtsklik op de betreffende map en kies ‘Eigenschappen’.
  • Ga naar het tabblad ‘Algemeen’ (of ‘Eenvoudig’) en klik op het pictogram linksboven.
  • Een venster met pictogrammen verschijnt, waaruit je kunt kiezen.
  • Dat is het.

Mocht dat niet lukken – volmaaktheid bestaat niet in computerland – dan kun je het ook handmatig regelen. Welk pictogram er bij een map hoort staat namelijk in een simpel verborgen bestand in die map. Dat kun je zelf maken:

  • Open een tekstbewerker (KWrite, Kate, xed, gedit, Vim, enz.) en type de volgende regels:
[Desktop Entry]
Icon=[pad-naar-][naam-pictogram]
Type=Directory
  • Sla het op met de naam .directory – de punt is essentieel, want daarmee maak je het een verborgen bestand. Om het te kunnen zien moet je in je bestandsbeheerder in het menu ‘Beeld’ dus een vinkje zetten bij ‘Verborgen bestanden tonen’.
  • Kopieer (of verplaats) dit bestand naar de betreffende map.
  • Dat is het.

Als je dit doet voor een map waaraan een map op je NAS gekoppeld is, zal het gekozen pictogram gebruikt worden op alle computers die met die NAS-map verbonden zijn.

En zo ziet dat er dan uit op mijn Kubuntu-box. De mappen die verbonden zijn met de NAS zijn nu simpel te herkennen en dat voorkomt vergissingen:

Mappictogrammen vóór
Mappictogrammen ná