De kerk online: ontwapenend en onthutsend

Heel het kerkelijk raderwerk staat stil omdat een micro-organisme dat wil. Het bewuste weekend in maart was ik vrij. Vooraf overlegden we nog nuchter met moderamen en gastvoorganger. ‘We zijn voorzichtig, maar de kerkdienst gaat door,’ was de unanieme conclusie. Maar toen ik ’s maandags weer thuis kwam, was de dienst toch niet doorgegaan en lag ineens alles stil. Halsoverkop waardeerden we de al jaren onopgemerkt draaiende luisterservice via Kerkomroep.nl op tot Online Kerkdienst.

Dat deden vele anderen precies zo. Degenen die daarbij ineens ook beeld wilden hebben (wat is er nou te zien in een lege kerk?) blokkeerden de eerste weken ook de bandbreedte enigszins. Plaatselijk verviervoudigde ons luisteraarsaantal. We waren een ontwapenende dorpsgemeenschap.

En week na week struikelden we over steeds weer andere technische hobbels. Muziekopnames die afbraken of anders liepen dan gedacht, de computer die bleef hangen in updates van Windows, microfoons die onverwacht gingen storen. Het kostte ons weken om de juiste afstelling van de geluidsinstallatie te vinden. Toch waardeerden de mensen de diensten zeker wel als vorm van verbondenheid. Inhoudelijk konden ze mensen in en buiten de gemeente bemoedigen. Maar we waren onthutsend slecht voorbereid.

We zijn nu ruim twee maanden onderweg met deze nieuwe werkelijkheid. Inmiddels loopt het aardig. We leveren zekeren geen radiokwaliteit af, maar dat verwachten onze mensen ook niet. Het gevoel toch verbonden te blijven weegt het zwaarst. En we hebben ons bovendien gewaagd op het nog onbekende pad van het videovergaderen. Daarom tijd voor enige reflectie.

De praktijk van online kerkdiensten

Plaatselijk was bijna niemand hierop voorbereid, afgezien van de weinige kerken die al gewend waren kerkdiensten live te streamen met beeld en geluid. Maar dat ligt voor heel veel kleinere gemeenten gewoon niet binnen bereik: het kost geld dat er niet is en je hebt mensen met multimediavaardigheden nodig die er niet zijn. Een digitale tweedeling werd hier meteen zichtbaar en de groten dachten niet altijd om de kleinen.

Gelukkig hadden wij al wel die verbinding waardoor het geluid van de kerkdienst live gestreamed wordt en naderhand als MP3 beschikbaar blijft. Dan nog hadden we ineens extra vaardigheden nodig. Samenzang zat er niet in, op een enkel lied na, dus moest er muziek worden afgespeeld via de computer die we normaal gebruiken voor het beamerprogramma van OpenLP. Hoe doe je dat?

Wil je alles weten, schaf dan dit boekje aan: Eric van den Berg, Alles over online kerkdiensten. Eric is de man van ISI Media. De ondersteuning vanuit de landelijke PKN bestond uit een tussen het nieuws verstopte pagina met verwijzingen naar anderen. Teleurstellend mager en tekenend voor het structurele tekort aan digitale kennis dat we als kerk hebben. Maar dat schreef ik ruim vijftien jaar geleden al in een studieverslag. En dat verslag is ook al lang gedateerd.

Het belangrijkste was dat we anders moesten nadenken over de liturgie. Mensen thuis hebben alleen geluid, geen beeld. Een responsie tussen voorganger en gemeente werkt niet. Dus moet je dan met twee stemmen werken, maar dat is toch niet hetzelfde. Gebaren die je maakt blijven onzichtbaar. Bij stilte vrezen sommige luisteraars dat de verbinding is weggevallen. Als je alleen meeluistert thuis kun je makkelijker de aandacht verliezen. Bovendien is er enige concurrentie van TV en radio die dit medium nu eenmaal veel beter beheersen. Als voorganger krijg je tijdens de viering niets terug en dat werkt ook anders. Kortom, we moesten ineens leren denken in radioprogramma’s in plaats van live-voorstellingen. Het bleek ook nuttig om liturgie, lezingen en liederen van buiten het Liedboek vooraf als PDF beschikbaar te maken via de website van onze gemeente.

Ik zet hier beknopt op een rij wat je praktisch voor online kerkdiensten nodig hebt.

1. Verbinding

Wat de geluidsinstallatie in de kerk oppikt kan rechtstreeks via het internet worden afgespeeld (‘gestreamed’). Dat kan dan weer worden opgeslagen en achteraf worden beluisterd (als MP3-bestand). Twee aanbieders zijn Kerkomroep (van sIKN) en Kerkdienstgemist. Beide bieden technische ondersteuning bij de aansluiting en kosten ongeveer hetzelfde. Uiteraard moet de kerk een internetaansluiting hebben, maar voor geluid alleen is elke verbinding wel goed genoeg (tenzij de koster gelijktijdig nog een filmpje wil kijken op z’n telefoon…). Luisteraars kunnen via de website de dienst meemaken, of via een speciale app (voor Android en iOS).

Het is ook mogelijk om de dienst te streamen naar bv. YouTube of Facebook. Eric van den Berg legt dat uit. Maar ik vind zelf dat we als kerken veel te argeloos zijn als we zomaar in dat soort platforms plonzen. Die bestaan niet om de privacy van kerkleden of luisteraars te bewaren. Integendeel.

Als je alleen geluid gebruikt zou je kunnen overwegen een podcast op te zetten. Eric geeft daarvoor een hint, maar er is veel meer mogelijk op dat platform. Zoek en gij zult vinden – maar ik laat dat verder rusten… Podcasts duren rustig drie kwartier, dus een compacte kerkdienst past best.

2. Muziek

Muziek kun je natuurlijk van een CD halen. Dan moet je dat even rippen (volstrekt legaal, zolang je de CD netjes hebt gekocht). Maar veel vaker zul je op zoek gaan op internet en in 9 van de 10 gevallen uitkomen bij een YouTube-filmpje. Dat moet je dan downloaden en er vervolgens de muziek uit strippen. Eventueel moet je dat geluidsbestand nog iets bewerken, bijvoorbeeld om een kop of staart eraf te knippen of om het volume aan te passen.

Voor dat alles is er prima software gratis beschikbaar, het meeste bovendien open-source. Voor CD’s rippen is er de aloude Windows-toepassing CDex. Wijst zichzelf. Google maakt het downloaden van YouTube-filmpjes steeds lastiger, zodat veel browser-extensies niet meer werken. Maar 4K Video Downloader weet de zaken aardig bij te houden. Om geluid uit een filmpje te strippen is VLC Media Player de aangewezen tool. Mocht er nog verdere bewerking nodig zijn, gebruik dan Audacity. Uitgebreidere uitleg staat in deze minihandleiding.

Je kunt je geluidsbestanden natuurlijk op een USB-stick meenemen naar de kerk. Je kunt ook Dropbox gebruiken of, als je kerk over een cloudserver beschikt, je eigen ownCloud– of NextCloud-server. Die cloudopslag heeft als voordeel dat verschillende mensen er vanaf verschillende apparaten altijd bij kunnen komen. Makkelijk om verspreide vrijwilligers beter samen te laten werken. En met ownCloud of NextCloud haal je ook meteen nuttige extra’s binnen: agenda en adresboek los van Google, veilig bestanden delen enz.

Als je de kerkdienst zelf live wilt streamen, met beeld en geluid, of alleen met geluid, dan kun je het best aan de slag met OBS Studio. Je kunt het ook streamen naar je eigen website. Controleer dan wel even of je daarvoor voldoende bandbreedte krijgt van je provider. Kan ook naar YouTube of Facebook, maar, zoals gezegd, daar ben ik niet zo’n voorstander van. Eric van den Berg maakt je verder wegwijs in deze materie.

En lees in het boekje van Eric vooral ook aandachtig de stukken over auteursrechten en privacyregels!

Videovergaderen

Het tweede effect van covid-19 is dat iedereen zich stort in de wereld van het videovergaderen. Ook daarop was vrijwel niemand voorbereid. De landelijke adviezen sturen iedereen onbekommerd naar Microsoft Teams, Zoom of Skype. Stuk voor stuk diensten met een zacht gezegd bedenkelijke reputatie op het gebied van privacy of veiligheid. Daarom deze ernstige vermaning: kijk eerst wat deskundigen op dit gebied ervan vinden! Bv. ons eigen Bits of Freedom, de Amerikaanse EFF of het Zwitserse ProtonMail. De kerk heeft daar tot haar schande en mogelijke onheil totaal geen kennis van genomen. Algemeen zijn twee reacties die slechts tonen dat men het niet kan of wil begrijpen: ‘ik-heb-toch-niks-te-verbergen’ (jazeker wel: je privacy) en ‘ze-weten-toch-alles-al-van-mij’ (nee hoor, daar kun je zelf nog heel wat wat tegen doen).

Voor de duidelijkheid: privacy en veiligheid zijn twee onderscheiden zaken.

Veiligheid gaat over zaken als versleutelde verbindingen, hoe data bewaard worden, beveiligd inloggen, bescherming tegen inbrekers e.d. Bij de bekende diensten is dat meestal wel op orde, hoewel vooral Zoom, maar ook Teams, tot zeer recent erg traag of onzorgvuldig omgingen met beveiligingsproblemen. De laatste beveiligingsupdate van Zoom is zeker en vast niet de laatste die ze nodig zullen hebben.

Privacy gaat over wie er mee kunnen kijken en luisteren. Zolang de verbindingen tussen deelnemers van begin tot eind versleuteld zijn en ook de opslag bij de aanbieder van die dienst dat is, hoef je daar niet bang voor te zijn. Maar de marktwaarde zit voor die aanbieder ook niet in die inhoud, maar in de zg. metadata: de locaties van de deelnemers (via IP-adres of Wifi-gegevens), wie met wie communiceert, met welk medium, hoe lang dat duurt, eventueel ook je emailadres, je zoekgeschiedenis of data over je computer. Diensten als Zoom of Teams weten sowieso al wie je bent en als je bent ingelogd met je Windows-account, kent Microsoft meteen je hele digitale leven. En dat is bij Apple precies zo. Teams is trouwens erg verweven in Office 365, wat voor mensen op andere platforms een probleem kan zijn.

Bovendien worden schijnbaar onpersoonlijke gegevens steeds slimmer en sneller gecombineerd met bewaarde gegevens uit andere bronnen. Precies: dat zijn die ’trusted partners’ die je onvermijdelijk toestemming moet geven om een dienst te kunnen gebruiken. Van iedereen ontstaat zo letterlijk in fracties van seconden een profiel dat wordt gebruikt voor marketing-doeleinden – of voor politieke, zoals in het geval van het daaraan ook ten onder gegane Cambridge Analytica. Door profielen te verbinden ontstaat er ook een beeld van een heel sociaal netwerk, bv. jouw kerkelijke gemeente. Juist op onze metadata zouden wij daarom héél véél zuiniger moeten zijn!

Op dit moment is de meest veilige en stabiele, gebruikersvriendelijke en vooral privacybestendige software die van het open-source project Jitsi. Dat kun je vrij makkelijk installeren op je eigen cloudserver, als je die hebt. Daarmee heb je dan de volledige communicatieketen in eigen beheer. Het meest veilig, maar je hebt er wel wat technische kennis bij nodig. Plus een cloudserver met iets meer rekenkracht en bandbreedte dan de standaard hosting-pakketten bieden. Je kunt er mee videobellen, bureaublad delen en chatten en van een sessie wordt nergens iets opgeslagen. Er zijn ook Jitsi-apps voor de tablet of smartphone (Android en iOS).

Gelukkig zijn er Nederlandse aanbieders die al een Jitsi-omgeving voor je hebben klaarstaan. Alles wat je dan nodig hebt is een computer met camera en microfoon en een webbrowser. Op de website van de aanbieder open je een sessie (een ‘ruimte’ of ‘room’) en je stuurt de link daarvoor naar de deelnemers. Wie de sessie opent kan ook een wachtwoord toekennen om het inbreken door vreemden te voorkomen. Aanbieders met een nette privacyverklaring zijn bv. VC4ALL en BIT.

Mijn korte maar hevige ervaring met dit internetvergaderen heeft tot nu toe twee leerpunten opgeleverd.

Ten eerste kan de kwaliteit van beeld en geluid nogal verschillen per deelnemer. Dat ligt vaak aan een wifi-verbinding waarvan het signaal steeds varieert. Bijzonder irritant en storend. Oplossing: prik een netwerkkabel tussen computer en router (het ‘kastje’ van Ziggo of KPN). Maar ook verouderde hardware kan de pret aardig bederven. Dan laat degene met de meest antieke kast doodleuk de hele vergadering vastlopen. Deelnemers kunnen overigens ook zelf hun eigen beeldkwaliteit reduceren om bandbreedte te sparen. Maar als er te veel deelnemers zijn, gaat de bandbreedte van de aanbieder trouwens voor problemen zorgen.

Ten tweede vind ik videovergaderen ontzettend vermoeiend. Je kijkt voortdurend iedereen aan, je ziet je eigen gezicht, je moet vreselijk opletten dat je om de beurt praat. Nu blijkt dat al onderzocht te zijn en het heet ‘non-verbal overload’. Ik moet dus nog leren daarmee om te gaan. Maar ook is het belangrijk om niet voor elk wissewasje zo’n videosessie te starten. Bedenk waar het nuttig voor is en wanneer niet zo nodig. Zie dit artikel voor wat meer achtergrond.

In het kort zijn dit mijn eerste reflecties. Over de kerk en in de digitale eeuw heb ik het eerder al eens gehad.