Het radicale midden

Foto: Jeroen Jumelet / ND

Als het gaat over Israël en de Palestijnen zegt de PKN graag te kiezen voor ‘het radicale midden’. In de praktijk komt dat neer op zoveel water bij de wijn dat naar beide zijden van het conflict de kerkelijke houding ongeloofwaardig wordt.

Dus was er op 7 juli een dubbele demonstratie bij het hoofdkantoor in Utrecht.

De ene groep – de grootste – vond dat Israël veroordeeld moet worden om de verwoesting, ellende en dood die zij in Gaza en op de Westbank momenteel aanricht. De vorm daarvan moet dan een onvoorwaardelijke solidariteit met de Palestijnen zijn. Zionisme wordt door deze groep afgewezen als een vorm van westers kolonialisme. Het internationale recht moet de basis bieden voor een onafhankelijk Palestijns bestaan, want ‘Israël is een land als alle andere’.

De andere groep – klein maar hecht – vindt dat Israël onvoorwaardelijk gesteund moet worden. Want de bijbel zegt het immers: ‘Judea en Samaria behoren toe aan het Joodse volk’. Niks internationaal recht, want hier gaat het om niets minder dan Gods beloften.

Tja, dan zegt de PKN-synodevoorzitter: ‘Ik vind het zo gaaf dat onze kerk zo breed is als de samenleving, zo is kerk-zijn bedoeld.’ Dat wordt dan gepresenteerd als ‘radicaal kiezen voor het midden’. Maar ik denk niet dat dit is wat Natascha van Weezel bedoelt met ‘het radicale midden’. Zij heeft een existentiële band met zowel het Joodse volk als met Israël en kiest van daaruit ervoor om Palestijnen niet als de grote vijand weg te zetten. Dat graaft minstens twee spaden dieper dan het kool-en-geit-sparend management van de PKN. Van Weezels standpunt-dat-geen-standpunt-wil-zijn raakt mij dan ook aanzienlijk dieper.

De PKN heeft de ‘onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël’ in haar grondwet, de ‘Romeinse artikelen’ van de Kerkorde, vastgelegd. De aard van die verbondenheid is de kern van haar bestaansgrond. Zij bestaat als kerk omdat zij met het Joodse volk van vandaag deze ene wortel deelt: het geloof in de God van Israël. Voor Joden is de bron daarvoor de Torah, voor christenen het Oude en het Nieuwe Testament; voor Joden is Mozes de leraar en grondlegger, voor christenen is dat Jezus. Die verbondenheid is onopgeefbaar, omdat de kerk zonder dat niet meer is dan slechts een religieus genootschap als zoveel andere.

Verbondenheid met welke andere groep, beweging, volk of wat dan ook is fundamenteel van een andere orde. Met de drie ‘gelijkwaardige roepingen’ die de PKN aanvoert vergelijkt ze appels met peren en mist zowel wat betreft theologie als geloof platweg de kern. Kool-en-geit-sparende burgertheologie. (Overigens wordt op de website de ‘onopgeefbare verbondenheid’ al een beetje typografisch gecamoufleerd.)

Verbondenheid met Palestijnse christenen – in concreto praat de PKN slechts met een kleine minderheid van een kleine minderheid – betekent niet anders dan dat we samen dezelfde wortel delen. Dat kan niet gelijkwaardig naast de ‘onopgeefbare verbondenheid’ staan.

Maar ‘onopgeefbaar verbonden’ betekent zeker niet dat je bijbelteksten van duizenden jaren oud simpelweg kunt gebruiken als eigendomspapieren voor vandaag de dag. Die ‘bijbelse landbelofte’ is trouwens helemaal niet zo helder: er zijn er minstens drie en van zeer verschillende omvang. Vergelijk Genesis 15,18-21 met Numeri 34,1-12 en Exodus 34,10-11.

1 – Landbelofte Genesis 15
2 – Landbelofte Numeri 34
3 – Landbelofte Exodus 34

En misschien is de mooiste en diepste wel de belofte aan Jakob in zijn droom (!) bij Bethel (Genesis 28,13): ‘het land, waarop jij ligt, zal ik aan jou en aan je nageslacht geven’. Dat is strikt genomen 1 m² en na zijn droom neemt Jakob dat als het ware met zich mee wanneer hij de mantel waarin hij sliep weer oppakt. Zoals ook zijn nazaten de eeuwen door steeds weer hun hebben en houden oppakten om (meestal gedwongen) in den vreemde te gaan.

Christenen die bijbelse beloften ook vandaag letterlijk willen nemen hebben bovendien vaak een verborgen agenda daarbij, namelijk dat wanneer alle Joden zijn ’teruggekeerd’ de messias zal komen. En dat is dan uiteraard Jezus, zodat de christenen gelijk gaan krijgen. Dat was zeker niet wat profeten en evangelisten dachten.

Maar ‘onopgeefbaar verbonden’ betekent evenmin dat je het (Joodse) verhaal van ‘een volk zonder land, in een land zonder volk’ gewoon kunt inruilen voor het net zo vooringenomen (Arabische) verhaal van ‘de stichting van de staat Israël is westers imperialisme’. Het eerste is simpelweg geschiedvervalsing. Bij het tweede kijk je, hetzij argeloos, hetzij willens en wetens, voorbij aan diep geworteld antisemitisme. Wie die keuze toch maken, willen doorgaans ook van de ‘onopgeefbare verbondenheid’ af.

Voor de PKN betekent ‘onopgeefbaar verbonden’ dat zij de wortel van haar geloof deelt met het jodendom. Hooguit zou zij op grond daarvan samen met Joden de Torah en de Profeten kritisch kunnen lezen en samen uitleggen. Want die bieden ruimschoots genoeg om de huidige moord en doodslag tegen te spreken. Ik heb niet gemerkt dat de PKN ook maar ergens dat gesprek al heeft geprobeerd te voeren. Dat zou iets anders zijn dan vanaf veilige Nederlandse afstand straffe dingen te zeggen over hedendaagse politiek.

Tot slot een paar losse opmerkingen.

  • Israël is géén ‘land als alle andere’. Ten eerste blijkt dat uit de onevenredige aandacht die elke actie, elke archeologische vondst of elk conflict daar onmiddellijk en wereldwijd trekt. Ten tweede kan men niet heen om de onmiskenbare religieuze component die er aan deze staat hangt – zeker een kerk kan dat niet negeren.
  • En 1948 was geen actie van Amerika of Europa: die waren veel te druk met herstel van een wereldoorlog en het alvast voorbereiden van de Koude Oorlog. Engeland liet in Palestina feitelijk de Joden aan hun lot over, terwijl ze tegelijk de Arabieren een eigen staat beloofde. Het (redelijke) verdelingsplan van de VN uit 1947 werd door de Arabische landen afgewezen en dat gaf de Joden het argument om zèlf hun staat te stichten en te bevechten. Westerse mogendheden schitterden vooral door afwezigheid.
  • Het beroemde internationele recht waarnaar iedereen verwijst, is een farce zolang de sterkste landen daar gewoon – excuse my Frenchhun kont mee afvegen. En de VN is bepaald geen voorbeeld van de ‘machtsvrije communicatie’ (Jürgen Habermas) die daar echt noodzakelijk zou zijn.
  • Wie de Joodse immigratie in Palestina afwijst als kolonialisme en daarom vindt dat de staat Israël geen bestaansrecht heeft, zou dat dan ook moeten toepassen op bijvoorbeeld de VS, waaruit volgens dezelfde meetlat iedereen met Europese wortels weer verwijderd zou moeten worden. De simpele historische realiteit is dat mensen al sinds mensenheugenis van woonstreek veranderen. Heel vaak is dat redelijk vreedzaam gegaan, maar geregeld ook gewelddadig en die laatste gebeurtenissen onthouden we. Eigenlijk zouden we dat in moderne tijden zonder bloedvergieten moeten kunnen, maar die ‘machtsvrije communicatie’ blijkt een struikelblok.
  • Alle aandacht voor Israëlisch machtsmisbruik en militair geweld verhult het moorden en terroriseren van Hamas en het Arabische antisemitisme dat evenzeer een oorzaak is van alle ellende. Anderzijds verbergt eenzijdige aandacht voor de genocidale doelen van Hamas en Hezbollah c.s. dat Israël gewoon misdaden begaat.
  • Joods lijden afwegen tegen Palestijns lijden is een zinloze bezigheid. Lijden is lijden, maar meestal wordt dat hoofdzakelijk gebruikt als emotioneel argument.

Naschrift (15/07/2024):

De boosheid van rabbijn Lody van der Kamp over de ‘rode lijn’-demonstranten bij het PKN hoofdkantoor vind ik zowel begrijpelijk als volstrekt gerechtvaardigd.

Zie ook mijn ingezonden stuk in het ND van 24-07-2025 (sorry, betaalmuur > vraag anders mij even)