Onopgeefbaar!

Codex Sassoon (10e eeuw)Op mijn vorige artikel kreeg ik als commentaar dat het te genuanceerd is. Dat gebeurt me niet vaak en de kritiek is terecht. Laat ik hier op de andere kant van de wip gaan zitten en de hoofdzaak duidelijk uiteenzetten.

Onopgeefbaar

De ‘verbondenheid met het volk Israël’ (Kerkorde art. I-7) is onopgeefbaar. Punt. De kerk vindt haar unieke oorsprong in het bijbelse Israël. Daar leert zij wat verbond en belofte, genade en waarheid betekenen. Daar zit haar geestelijke bron. Punt. Daarnaast ontspringt de kerk historisch, net als het rabbijnse jodendom, aan de Joodse godsdienst van de eerste eeuw. En tot op vandaag deelt zij het grootste deel van haar heilige Schrift met de synagoge. Wie daaraan tornt, knipt wortels door en speelt met vuur, omdat anti-judaïsme en antisemitisme dan nooit ver weg zijn. Punt.

Dat kerk en synagoge definitief uit elkaar gingen was soms een vroege ontwikkeling, vaak een veel latere, en het werd vooral duidelijk in de 4e eeuw toen de Byzantijnse keizers de kerk beheersten. Maar ook dat beëindigt de verbondenheid niet. Punt. Het is een kerkelijke en theologische dwaling om dat wel te stellen. Dus als de PKN een IP-nota wil ‘herijken’ kan dat nooit betekenen dat de onopgeefbare verbondenheid ter discussie staat. Onopgeefbaar is onopgeefbaar en zo niet, dan is de kerk geen betrouwbare partner voor de synagoge. Punt.

Het nu tenminste 75 jaar durende conflict tussen Israëli’s en Palestijnen bedreigt het voortbestaan van beiden. De situatie is absoluut wanhopig voor iedereen. Maar daardoor kun je geen twintig eeuwen verbondenheid wegstrepen. En we mogen zeker geloven in de mogelijkheid van wonderen.

Gelijkwaardig?

De PKN beroept zich op ‘drie gelijkwaardige roepingen’: de onopgeefbare verbondenheid, de oecumenische roeping en de diakonale roeping. Een betreft Israël, twee raken Palestina. Een gaat over de bron van het christelijk geloof, twee over tijd- en plaatsgebonden gedrag. Hoezo gelijkwaardig? Appels en peren zijn het.

We worden opgeroepen ‘de’ Palestijnse christenen als gelijkwaardig te behandelen. Dat zou vanzelf moeten spreken. Maar er zijn wel degelijk onderscheidende zaken. De PKN praat namelijk niet met kerken die er ‘al twintig eeuwen’ zijn in Palestina, maar met wat is voortgekomen uit 19e en 20e eeuwse zending van Duitse lutheranen, Engelse anglicanen, Schotse presbyterianen en Amerikaanse evangelicalen. Een minieme minderheid. Samaritanen, Druzen en zelfs Franciscanen hebben aanzienlijk oudere papieren. Om de bedoeïenen maar niet te noemen.

Verder vertik ik het om mij door een Palestijnse theoloog in de hoek van ‘christen-zionisten’ te laten schuiven, omdat ik zijn standpunt niet overneem. Dat getuigt van zijn kant niet van een gelijkwaardige behandeling van mijn christelijk geloof. Ik accepteer dat evenmin van Nederlandse collega’s.

Een ongewoon land

Steevast wordt er gezegd dat de staat Israël gewoon een land is als ieder ander land. Dat is niet zo. De mensen waren er al vele eeuwen als volk, maar verspreid over de wereld. De staat ontstond in een tegelijk toevallig en hevig gewenst tijdslot. Geen staat ter wereld krijgt zoveel kritische aandacht, vaak negatief. Weinig staten hebben zo’n onthutsende variatie aan inwoners, zowel Joods als Arabisch.

De conflicten hebben een lange voorgeschiedenis en zijn zeer ingewikkeld. Dat wordt alleen maar erger door alle bemoeienis van buitenaf. Hoe moeilijk ook, de enige oplossing ervoor moet in het land zelf gevonden en gemaakt worden.

En de kerk kan zeker niet doen of Israël gewoon een land als alle andere is, omdat religie gewoon uit de grond omhoog komt. En omdat het land ook in drie religies wordt verbonden met beloften van een ander kaliber dan de politiek van de dag.

Wat verwacht ik?

Ik verwacht dat de kerk zich voor de zoveelste keer laat inpakken door schuldgevoel, ditmaal over de omstandigheden van Palestijnen. Emotie wint gemakkelijk. Daarbij wordt een Arabisch narratief overgenomen over het Westen dat de stichting van de staat Israël op haar geweten zou hebben. Wat een onzin. Joden stichtten die staat helemaal zelf en de enige ondersteuning kwam van een handvol anglicaanse bisschoppen. Dat hielp niet veel.

Verder verwacht ik dat er weer geen werkelijk inhoudelijk kerkelijk gesprek komt, maar een aloud potje touwtrekken tussen moderamen, dienstencentrum en de diakonale poot. Dat levert dan weer een ‘visie’ op waar de meeste kerkleden niets mee zullen hebben. Een document van het hoofdkantoor waar niemand op zit te wachten.

Tenslotte verwacht ik op dit stukje de gebruikelijke reacties van verontwaardiging – of gewoon radiostilte. Komt beide op hetzelfde neer. Dat is nog het meest wanhopige: we draaien al decennia lang in hetzelfde kringetje.

Maar er is hoop: ik mag met emeritaat.