Broddelwerk

Henry Raeburn – The Reverend Robert Walker Skating on Duddington Loch (1795)

Keurig democratisch, maar met het minimale verschil van twee stemmen, besloot de generale synode van de PKN dat HBO-opgeleide kerkelijk werkers gelijkwaardig zijn aan universitair geschoolde predikanten. Zijn ze immers niet allebei evenzeer betrokken op de missio Dei – ‘gezonden door God’ – die de synode eerder al koos als ’theologisch uitgangspunt’? Ach ja, wie niet? Ik schreef er eerder al over.

> postscriptum toegevoegd aan het slot, dd. 24-10-2023

Ik noem dit besluit voor wat het is: broddelwerk. Want het schept geen duidelijkheid, noch voor kerkelijk werkers, noch voor predikanten, noch voor gemeenten. De drie ‘profielen’ die ter synode op tafel lagen overlappen elkaar aan alle kanten en blinken uit in vaagheid. In het vervolg gaan nu onvermijdelijk twee zaken door elkaar lopen: principes en praktijk. En het geld gaat winnen.

Principieel ben ik het volledig eens met de ambtelijke gelijkstelling tussen kerkelijk werkers en predikanten. Ze zijn beiden in en buiten de kerk inderdaad bezig met eenzelfde missie. Maar de praktijk – de arbeidsrechtelijke positie en de onderlinge taakverdeling – moet je daar los van houden. Want daar is het onderscheid belangrijker dan het heilige leerstuk van de gelijkheid. In de discussies ter synode liepen deze twee zaken door elkaar.

De vraag die gewoon niet beantwoord is, is wat de kerk hier en nu nodig heeft. Dat is namelijk inhoudelijke en spirituele vernieuwing. Niet de leuke werkvormen, de flitsende presentatie of een pioniersplek, maar nieuw leven uit de bijbelse bronnen in deze wereld en in deze tijd. Gewoon in de gemeenten die nog steeds de enig ware kern zijn van de PKN. Dat vereist zelfstandig theologisch denken zonder vrees om buiten de lijntjes te kleuren. Predikanten zijn daarvoor in principe opgeleid, kerkelijk werkers niet.

OK, ik neem meteen wat gas terug. Niet zelden durven kerkelijk werkers wel naast de geijkte paden te lopen. Niet zelden beperken predikanten zich gemakshalve tot juist die vertrouwde wegen. De kerk zelf heeft ook decennia lang al koudwatervrees voor echte inhoudelijke discussies. Maar met inbegrip van deze nuancering blijft mijn punt van onderscheid gewoon staan. En juist daar kunnen kerkelijk werkers en predikanten elkaar aanvullen, inspireren en bijsturen.

Maar wat er nu gaat gebeuren is iets anders. Degenen die voor en tijdens de synodevergadering het meest aandrongen op dit besluit waren de kerkrentmeesters. En die gaan het in de gemeenten winnen. Want een kerkelijk werker is goedkoper dan een predikant en als die twee nu toch ‘gelijk’ zijn, is de conclusie simpel. En zo draait de synode de werkelijke mogelijkheden tot de hoogst noodzakelijke vernieuwing eigenhandig de nek om.

Waarom heeft kennelijk niemand gevraagd om kerkelijk werkers en predikanten gewoon een gelijke vergoeding te geven? Waarom is klaarblijkelijk aan de verschillende inbreng van beiden geen recht gedaan? Broddelwerk is het.

Gelukkig mag ik met emeritaat. Dat scheelt dan weer een dure werkkracht.

P.S. Bij nader inzien: als je zo’n ingrijpend besluit neemt met zo’n minimale meerderheid, en als na iedere schorsing het moderamen toch hardnekkig geweigerd blijkt te hebben om te luisteren naar het vele en serieuze commentaar van synodeleden, adviescolleges, de PThU, de BNP en anderen, is het dan de synode die besluit of het moderamen – lees: het Dienstencentrum – dat iets doordrukt? Tja, dat zal dan wel weer ‘leiderschap’ heten.