Heeft het zin?

> op 08-11-2021 alinea toegevoegd over ‘effectief communiceren’

Maarten Lather (Playmobil)In drie stukken heb ik mijn fiolen van toorn uitgegoten over wat er is geworden van de Protestantse Kerk in Nederland (hier, hier en hier). Ik moet zeggen: dat lucht wel enigszins op. Maar heeft het ook zin? Mijn website wordt niet overstroomd door bezoekers, niemand heeft tot nu toe rechtstreeks gereageerd en in Utrecht sjokt de karavaan gewoon voort. Wellicht wat weifelend, schutterig en klungelig, maar dat was altijd al zo. Wat voegt het commentaar van een teleurgestelde dominee kort voor zijn emeritaat daaraan toe? Verandert er iets? Heeft het zin je eigen stellingen digitaal aan de kerkdeur te spijkeren?

Uiteraard is er een rijtje redenen om het in ieder geval niet te doen op mijn manier. Ik ken de reacties wel: je communiceert niet effectief door zo los te branden; je zet je eigen gelijk eenzijdig neer; je hebt geen oog voor de goede intenties van dienstencentrum en synode. Tot aan de algemene dooddoener die in de kerk altijd zo’n mooie nagalm krijgt: ‘Zo gaan we in de kerk toch niet met elkaar om?’

Klopt allemaal. En ik heb niet de illusie dat er ook maar iets gaat veranderen. De laatste advertentie die mij vanuit Utrecht onder ogen kwam vroeg om een ‘business consultant’ die weet hoe hij (m/v) ‘wensen vertaalt naar haarscherpe user stories waarmee Salesforce consultants aan de slag kunnen’. Salesforce is (dure) CRM software uit God’s own country… Dat is nou precies waar ik mijn pijlen op richtte, maar dus kennelijk zonder het doel ook maar enigszins te ‘neutraliseren’. Ach, het leverde in elk geval een leuke retweet op van Japke-d. Bouma. (En deze reactie is ook leuk.)

En toch…

Een synodelid verzucht dat ze als noordelijke afgevaardigden nog zo goed hun kritische punten kunnen voorbereiden, er komt weinig of niets van terecht. De leiding veegt het van tafel, geeft nauwelijks tijd om het te bespreken of overbluft de vergadering gewoon. En bovendien komt alle informatie inderdaad uit Utrecht zelf, en niet zelden op zo’n korte termijn dat een degelijke voorbespreking onmogelijk wordt. Dat lijkt overigens ook in politiek en bedrijfsleven een trend: informatie op het laatste moment over mensen uitstorten, zodat ze geen tijd hebben om het fatsoenlijk te verwerken. Vraag het aan Pieter Omtzigt. Maar het synodelid kon goed meegaan met mijn boosheid. Dat betekent dus dat er in de synode wel zeker mensen zelf nadenken.

Argwaan tegen ‘Utrecht’ kom ik zeer geregeld tegen en die wordt er door de covid-pandemie zeker niet minder op. Het geklungel met ‘adviezen’ die te laat komen en slecht aansluiten bij de concrete plaatselijke situatie valt mensen steeds meer op. Het laatste grapje vanuit het hoofdkantoor is, dat de omslagregeling voor predikantstraktementen zodanig overhoop gehaald wordt dat mijn gemeente jaarlijks € 5.000 extra aan de landelijke kas mag afdragen. Dat komt gewoon bovenop het al bestaande begrotingstekort. Argument voor dit op een achternamiddag door de kleine synode genomen besluit was in de eerste plaats dat men de gemeenten wil ‘ontzorgen’. Nou, dat blijkt.

Kortom, ik ben niet de enige die genoeg heeft van oppervlakkigheid, functionalisme en amateurisme en die absoluut geen heil ziet in de ‘professionaliteit’ van ‘landelijke experts’. Maar wat leveren die boosheid en argwaan op?

Ik denk dat die vraag niet klopt. Je afvragen of het iets oplevert betekent dat je in hetzelfde denkpatroon meegaat waartegen je je nu net zo wilt afzetten. Je kritiek op voorhand verpakken in de taal van de landelijke kerk betekent ook dat je onvermijdelijk in dat narratief wordt getrokken. En veranderen ‘van binnenuit’? Dat is echt geen optie wanneer de kerk zelf ter discussie staat. Een nuttige, relevante en wervende kerk is niet waar we op moeten mikken. Dat reikt niet verder dan gerommel in de marge, terwijl de kern van de zaak niet eens in beeld komt.

En wat betreft ‘effectief communiceren’: dat betekent onherroepelijk dat je een ander tegemoet komt. Een kwestie van argumenteren, geven en nemen, meegaan met de denkwijze van de ander. Absoluut noodzakelijk voor effectieve communicatie, inderdaad. Maar soms moet je dat een keer niet willen, omdat jouw boodschap zich gewoon niet laat inpassen in een bestaand verhaal. En dat is hier het geval.

De kern hervinden

Want de kern van de zaak is, dat geloven en kerk-zijn allebei opnieuw uitgevonden moeten worden. Er is een fundamenteel ander verhaal nodig. Dat is in de loop van de kerkgeschiedenis beslist niet de eerste keer, dus niets om van in paniek te raken. De toestand is rampzalig maar niet hopeloos.

Zolang we ons beperken tot nut, zeggen we over God niet veel meer dan dat hij troost biedt, mensen vergeeft en vooral veel liefde schenkt. Niets onwaars, maar dat is hooguit de oppervlakte: God als een opperwezen waar mensen iets aan hebben – en ook omgekeerd: waarvoor mensen iets moeten doen. Iets nuttigs dus – dat waarvoor kerkvader Augustinus het werkwoord uti gebruikte: ‘benutten’. Ons woord ‘utiliteitsbouw’ is ervan afgeleid (om maar te zwijgen over ‘multifunctionele kerkgebouwen’). En voor je het weet eindig je bij een typisch deïstisch beeld van God: niet meer of minder dan de laatste oorzaak van alles wat je overkomt.

Wat we compleet vergeten lijken te zijn is dat andere werkwoord waarmee Augustinus de omgang met God aanduidt: frui, ‘genieten’. Daarvan heeft hij een veel hogere pet op, want dat draait juist niet om nut of voordeel. Het komt in de buurt van oude uitdrukkingen als ‘leven voor Gods aangezicht’ of ‘werken tot de ere Gods’. De mens mag leven ‘om niet’, zonder eerst te presteren, vooraf boete te doen of nadien iets op te leveren.

Want juist vanuit die grondhouding van het frui, kun je verder komen dan praktisch nut of gewin. Juist vanuit dat niets moeten of schuldig zijn kun je de ware vrijheid leren zien. En dat heeft ongetwijfeld gevolgen voor je kijk op de wereld. Die wordt dan meer een kijk op hoe die behoort te zijn of worden kan, dan op al die meetbaarheden waaraan wij ons uitleveren. Wij: kerk en wereld beide.

En daarom heeft het zin om soms gewoon hard te roepen, zonder communicatiestrategie of mediaplan, zonder doelstellingen of belangen. Gewoon omdat roepen een zeer bijbels woord is. En heus, er is altijd iemand die dat hoort – en op eigen wijze ook zal gaan roepen.